Gedeelte van het artikel over de opgraving op het Visschersplein.
Huis X, XI, XII
In het einde van de 14e of het begin van de 15e eeuw is op de plaats van de huizen X, XI, en XII
een gebouw gezet, dat waarschijnlijk één huis vormde, hetgeen blijkt uit het metselwerk en het
doorlopen van de grondbogen (afb 119). Een, gedeeltelijke, afbraak vond plaats in de 16e eeuw,
waarna drie woningen werden opgebouwd.
Huis X is slechts gedeeltelijk gezien, doordat er enige afstand van de nog bestaande bebouwing
moest worden aangehouden. Dit huis is, mogelijk oorspronkelijk, onderkelderd geweest; een
dichtgemetselde doorgang in de zuidmuur leidde mogelijk naar een erachter gelegen kelder, waarvan
echter geen sporen konden worden gezien. De kelder van huis XII - huis XI was niet onderkelderd -
is duidelijk van later datum, wat blijkt uit het dichtmetselen van de grondbogen. De trap van
deze kelder leidt niet naar het eigen erf XIIa, maar naar huis XIII, wat kan duiden op een
gemeenschappelijke eigenaar (afb 120). Bij het afsplitsen is de trap op het beganegrond
vloerniveau dichtgemetseld.
Huis X wordt op de kadastrale kaart van 1821 aangegeven als open terrein behorend bij huis XI,
hierdoor is het onzeker of hier na de afbraak ooit herbouw heeft plaatsgevonden.
Het open erf behorend bij het oudste huis is niet meer te omlijnen, de putten 21 en 19 lagen
echter wel op dat terrein, en dateren mogelijk uit de bouwtijd van het huis. De open erven uit
de tijd van de verbouwing zijn wel duidelijk, de muur tussen erf XIa en XIIa is gebouwd over put
19, waarbij de put buiten gebruik geraakt is. Alle tuinmuren zijn gebouwd met bouwafval van de
afbraak, waardoor een goede datering niet mogelijk is. Bij erf XIa hoort de beerput 6, waarin
ondermeer 18e eeuwse glasfragmenten gevonden werden; put 7, die werd gebouwd in de dichtgegooide
put 19, hoort bij huis XII. Eveneens op erf XIIa bevond zich de stortkoker van put 11 van het
huis XV.
E.M. Kylstra
|
|
|
Montfoorts, M. & H.L. de Groot & E.M. Kylstra, "Visschersplein e.o.". In: Archeologische en Bouwhistorische Kroniek Gemeente Utrecht, 1981, blz. 75-83. Hierin: blz. 80-81
|
jp0114
|